De meeste conflicten gaan (direct of indirect) over grenzen, ofwel in het stellen ofwel in het ervaren ervan. Iemand die over jouw grens gaat maakt je boos en iemand die je probeert in te perken eigenlijk ook. Vooral tussen ouders en kinderen speelt dit. En dat hoort ook zo! Huh? Dat zit zo:

Veiligheid

Kinderen hebben als ‘taak’ om zich te ontwikkelen, te groeien. En daar hoort bij dat je grenzen opzoekt en die wilt oprekken als ze niet meer passen. Ouders hebben juist als taak om aan te geven waar die grenzen liggen. Dat is namelijk belangrijk (maar niet altijd leuk). Stel je maar eens voor dat je je weg moet vinden in een helemaal donkere kamer. Je oriënteert je dan op de tast: je voelt waar de muur is en waar de meubels staan en zo vind je voetje voor voetje je weg. Maar stel je nu eens voor dat het een hele grote, lege ruimte is en je helemaal in het midden staat. Dan is het opeens een stuk moeilijker en enger om de uitgang te vinden, toch? Er gebeurt een hele tijd niets, je weet niet welke kant je op gaat en opeens knal je tegen de muur. Grenzen geven dus ook richting en veiligheid.

Waar ligt de grens?

Het vervelende is alleen dat ouders en kinderen meestal van mening verschillen over waar die grens dan zou moeten liggen. En bij hoogbegaafde kinderen luistert dat nog net iets nauwer. Is de grens te ruim dan weet je nooit waar je aan toe bent, terwijl dat voor deze kinderen juist zo belangrijk is (afspraak = afspraak). En als de grens te krap is dan geeft dat gedoe met hun sterke behoefte aan autonomie. Je kind voelt zich dan als het ware fijngeknepen worden en kan haast niet anders dan uiteindelijk heel veel tegendruk geven (de bekende explosie). De kunst is dus om samen een grens te bepalen die voor beide ‘partijen’ acceptabel is en die recht doet aan ouder en kind. En die grens ligt hoogstwaarschijnlijk op een ander punt dan bij de buren, bij vriendjes, etc. Jammer dan, het gaat erom dat het voor jouw gezin werkt.

Gaatjes

In de plaatjes zie je dit geïllustreerd: het kind rekt de grenzen op door naar buiten te duwen, de ouder geeft de grens aan door terug te duwen. En zie je die dikkere groene pijl die door de grens heen floept? Daar zie je gedemonstreerd wat Tea Adema een ‘gaatjeskind’ noemt. Je weet wel, als je ergens onduidelijk of vaag was en dus een opening in de grens laat, dan weten deze kinderen dat gaatje feilloos te vinden. Met alle discussies van dien: ‘maar dat had je niet gezegd!’.

Maar zo’n kind heb jij vast niet 😉